Naarmate ervaring toeneemt zal het steeds meer gevoelsmatig gaan. Maar die ervaring moet je natuurlijk wel opbouwen. Alhambra noemt het belangrijkste al: tellen!
Meestal zijn intro-fills het moeilijkste, omdat die vaak halverwege een maat invallen. Bij dit nummer is dat in ieder geval niet zo, de fill zit heel overzichtelijk in het nummer (je bedoelt de fill op 2:30 neem ik aan?). Dat is fijn om mee te beginnen. Sowieso is dit een goed nummer om te leren meespelen!
Heel veel muziek is overzichtelijk opgedeeld blokken van vier: 4 maten van 4 tellen. Een fill zit eigenlijk altijd aan het einde van zo'n blok. Er zijn meerdere wegen naar Rome, maar ik zou het zo aanpakken:
1. Tel mee hoe de fill in de maat zit. Zijn het kwarten, achtsten of zestienden? Op welke tel begint de fill? (Tip: het blok van vier met de fill begint op ongeveer 2:03. Probeer de 4 maten mee te tellen).
2. Oefen de fill "droog", alleen op de snare bijvoorbeeld, door steeds 4 tellen te tellen en de fill op het juiste moment te spelen. Je kan zelf hardop tellen, of een metronoom gebruiken.
2. Speel het ritme in een blok van 4 maten, met in de laatste maat de fill, en blijf de blokken herhalen totdat je de timing goed hebt. Speel de fill eerst weer op alleen de snare om het ritme goed te krijgen. Dit helpt om het einde van een blok van vier maten te herkennen/aan te voelen.
3. Herhaal 3, maar nu met de toms.
Om de timing in de muziek vervolgens te pakken, kan je lang meetellen vanaf het begin, maar dan raak je misschien de tel kwijt. Ik vind het altijd fijn om herkenningspunten te gebruiken: de overgang van couplet naar refrein zit eigenlijk altijd op een blok van vier (zo ook in dit nummer). Of gebruik de zang; in dit nummer volgt de zang ook heel duidelijk blokken van vier (eigenlijk maakt de zang ook een soort fill op veel punten).